Inge en Heinz Bernhard

Broer en zus Inge en Heinz Bernhard groeien in een stabiele omgeving in Dinslaken op. Hun ouders Siegfried en Anna Bernhard baten een bekende winkel met een rijke traditie in het centrum van Dinslaken uit.

10 november 1938 beleven broer en zus in Dinslaken. Inge is tien, Heinz is zeventien jaar oud. Hun vader, voorzitter van de Joodse Gemeenschap Dinslaken, wordt bij dageraad gearresteerd en in de plaatselijke gevangenis vastgehouden. Inge verstopt zich volgens latere berichtgeving urenlang angstig in de kelder van het ouderlijke huis. Siegfried Bernhard wordt op 16 november met andere Joodse inwoners van Dinslaken naar het concentratiekamp van Dachau gebracht. Op 29 november volgt zijn vrijlating, want wegens “ariseringsonderhandelingen” over zijn eigen winkel en over andere bedrijven, woningen en handelszaken van Joodse eigenaars is zijn aanwezigheid vereist.

Inge en Heinz Bernhard worden als transportkind nr. 306 en nr. 307 door het _Comité d’Assistance aux Enfants Juifs Réfugiés (CAEJR, Hulpcomité voor Joodse Vluchtelingenkinderen)_geregistreerd en komen op 31 januari 1939 in de Belgische hoofdstad aan. Hoewel Heinz met zijn 17 jaar de leeftijdsgrens voor het kindertransport overschrijdt, kan hij uitzonderlijk toch mee.

... bevestigen wij bij deze de controle van een groep Israëlitische kinderen met de trein uit Duitsland vandaag te hebben uitgevoerd. Deze zijn op doorreis met trein nr. 146 van Keulen naar Brussel en kwamen in Herbestal om 17:50 uur aan. De bijgevoegde lijst werd ons overhandigd door de verpleegster die het konvooi begeleidde. Volgens de door ons uitgevoerde controle waren 69 kinderen aanwezig.

Herbesthal station, 31 januari 1939. Bevestiging van de grenspolitie over de aankomst van het kindertransport.
© Belgisch Rijksarchief

Inge woont na een aantal maanden opvang bij het gezin van René Beyersdorf vanaf september 1939 in het tehuis Général Bernheim in Zuen bij Brussel. Heinz woont eerst bij Erich Koryotowski, die een door het CAEJR gesteund tehuis voor gevluchte jongens in Schaarbeek financiert. Na tien maanden verhuist hij eind november 1939 naar het Brusselse stadsgedeelte Elsene. Daar leeft hij met enkele andere Joodse vluchtelingen uit Duitsland en Oostenrijk in de Vautierstraat 6. Rond die periode krijgt hij een jobaanbieding bij een diamanthandelaar in Antwerpen. De verantwoordelijke autoriteit weigert echter zijn verhuis naar Antwerpen in februari 1940.

Als “ongewenste vreemdeling” wordt Heinz Bernhard na de inval van de Duitsers op 10 mei 1940 gevangengehouden in het kamp St. Cyprien in Zuid-Frankrijk. In oktober 1940 wordt hij overgeplaatst naar het kamp bij Gurs. Van daaruit slaagt hij er in september 1942 in naar Zwitserland te vluchten. Maar ook in Zwitserland wordt hij tot eind augustus 1945 gevangengehouden.

Inge Bernhard behoort tot de kinderen van de tehuizen Général Bernheim und Herbert Speyer die met de opvoeders in mei 1940 voor de Duitsers naar Frankrijk vluchten. Na meer dan een jaar in het dorp Seyre in Zuid-Frankrijk te hebben geleefd, bereiken ze in de zomer van 1941 het Kasteel van La Hille.

In de nacht van 10 op 11 december 1943 waagt de intussen 15-jarige Inge Bernhard samen met Toni Rosenblatt onder leiding van opvoedster Gret Tobler een vluchtpoging naar Zwitserland. Het trio reist eerst naar Carcassonne. Van daaruit bereiken ze het kindertehuis St. Cergues aan de grens met Zwitserland. Een eerste vluchtpoging gaat mis, maar de tweede keer eindigt met de gelukkige aankomst op Zwitserse bodem. Hier zien broer en zus Bernhard elkaar na vier jaar terug. Na 1945 emigreren ze naar Palestina.

Siegfried en Anna Bernhard verhuizen in mei 1939 van Dinslaken naar Keulen. Daar worden ze in juni 1943 naar het “ouderengetto” van Theresienstadt gedeporteerd en in 1944 naar Auschwitz gebracht en vermoord. AP

Portret van Inge en Heinz Bernhard: © Anne Prior