Hans Rosenblatt wordt geboren op 16 april 1932 in Wenen; hij is nog geen zes jaar oud als hij op 13 maart 1938 de annexatie van Oostenrijk bij het nationaalsocialistische Duitse Rijk bewust meemaakt.
Hans’ vader, Adolf Rosenblatt, wordt op 17 oktober 1910 in Trybuchowicie, Polen, geboren. Hij werkt in Wenen in de winkel van zijn vader, Wolf Rosenblatt. Hans’ moeder, Lea Ginsberg, wordt op 8 februari 1913 in Jezierzany, Polen geboren en voelt zich verbonden met de Joodse Arbeidersbeweging en het zionisme. In de hoop haar te beschermen tegen het groeiende antisemitisme in Polen sturen haar ouders haar in 1930 naar Wenen.
Daar trouwt ze in 1931 met haar verre neef Adolf Rosenblatt tijdens een gearrangeerd huwelijk. In 1938 wonen ze in de Spitzackergasse 3 in het zeventiende district. Kort na de annexatie pakt de Gestapo Hans´ vader op. Op 31 mei 1938 wordt hij in het concentratiekamp van Dachau gevangengehouden en op 22 september 1938 naar Buchenwald gebracht.
Lea Rosenblatt probeert aan buitenlandse visa te geraken, maar ontvangt enkel een visum voor haar man. Na zijn vrijlating uit het kamp op 21 april 1939 (toen het nog mogelijk was om onder bepaalde voorwaarden uit het kamp vrijgelaten te worden), emigreert Adolf onmiddellijk naar Engeland. Daar voegt hij zich bij het Britse leger dat hem een nieuwe identiteit, Ardy Rutherford, geeft. Na de oorlog sticht hij een nieuw gezin.
Kindertransport
Door Adolfs gevangenschap beslist Lea Rosenblatt, alleenstaand en zonder financiële middelen, haar enig kind toe te vertrouwen aan een kindertransport naar België. Op 6 maart 1939 verlaat Hans Wenen met trein nummer 146. Hij draagt het nummer 113, wat hij later aan de hand van documenten ontdekt. Een dag later komt hij samen met 136 kinderen om 17:50 uur in Herbesthal aan. In Brussel wordt Hans dankzij bemiddeling van zijn oom Samuel Rosenblatt opgevangen door het Joodse echtpaar David en Hanna (geboren Birnbaum) Dorn.
De Duitse bezetting en de razzia´s
In mei 1940 valt het Duitse leger België binnen. Het leven wordt steeds moeilijker. Op 3 september 1942 ontsnapt het gezin Dorn met Hans aan de eerste grote razzia in Brussel: hun lichtjes achtergelegen huis wordt door de Duitsers op verrassende wijze over het hoofd gezien. Daarna moeten ze hun huis verlaten en onderduiken.
De schuilplaats en verandering van identiteit
Twee jaar lang verbergt een katholieke buurvrouw, Marthe van Doren, Hans in haar wasruimte. Ze bezorgt hem een vervalste rantsoeneringskaart op naam van Henri Roanne, een identiteit die hij later als pseudoniem zal behouden. Martha brengt boeken uit de gemeentebibliotheek mee om het kind te vermaken. Henri schoolt zichzelf door verschillende auteurs en de vele werken voor volwassenen te lezen. Na de bevrijding keert hij terug naar het gezin Dorn. Wanneer hij weer naar school gaat, kan hij meerdere klassen overslaan omdat hij veel kennis heeft vergaard.
Hereniging met de moeder
Lea Rosenblatt reist in 1939 illegaal van Oostenrijk naar Italië en nadien naar Frankrijk. Ze wordt daar opgepakt omdat men haar beschouwt als een Duitse spion. Na de invasie in Frankrijk verstopt ze zich tot het einde van de oorlog in Cahors. Na zes jaar van haar zoon gescheiden te hebben geleefd, ziet ze hem pas in 1945 terug. Hij weigert opnieuw bij haar te wonen, maar ze blijven in contact tot aan haar dood.
Beroeps- en privéleven na de oorlog
Henri Roanne-Rosenblatt (zoals hij zich later zal noemen) trouwt drie keer, heeft drie kinderen, vijf kleinkinderen en drie achterkleinkinderen. Als journalist en producer bij de Franstalige openbare omroep RTBF, lid van de Raad van Bestuur van de Koninklijke Belgische Filmbibliotheek, filmrecensent, filmregisseur (“China 1971”, “Moi Tintin”) en auteur (“La vie cachée de Tintin”, “Le cinéma de Saül Birnbaum”) kent hij grote professionele successen. Henri Roanne-Rosenblatt, intussen 87 jaar oud, woont vandaag met zijn vrouw Gladys Bazin uit Haïti in Brussel. CM
Portret van Hans Rosenblatt/Henri Roanne: © Henri Roanne-Rosenblatt