Buitengewone daadkracht, handigheid en vooruitziendheid kenmerken de man die tot vandaag in Duitsland vrijwel onbekend is: Max Gottschalk, zonder hem zouden de kindertransporten naar België in die omvang vermoedelijk nooit hebben plaatsgevonden.
Max Gottschalk wordt in 1889 geboren als zoon van looier Samson Gottschalk (1860-1946) en zijn echtgenote Wilhelmine Gottschalk (geboren Moses, 1852-1926). Zijn ouders zijn Duitse immigranten. Zijn vader komt uit Geilenkirchen, zijn moeder is de dochter van looier Mose Moses uit Dinslaken. Na zijn rechtenstudies werkt Max Gottschalk als advocaat in Brussel en Luik. Vanaf 1921 is hij bij het International Labor Office, een instituut van de Volkenbond, voor België en Luxemburg verantwoordelijk. Vanaf 1923 is hij onderzoeker aan het Instituut voor Sociologie van de Vrije Universiteit Brussel.
Max Gottschalk is in talrijke nationale en internationale Joodse organisaties actief in een leidinggevende rol. Zo wordt hij in 1933 vicevoorzitter van de Brusselse Joodse Gemeenschap en richt hij in die functie een hulpcomité op voor Joodse vluchtelingen uit Duitsland, het Comité d’Aide et d’Assistance aux Victimes de l’Antisémitisme en Allemagne (CAAVAA, Hulpcomité voor Slachtoffers van het Antisemitisme in Duitsland). Dat verandert midden 1938 zijn naam in Comité d’Assistance aux Réfugiés Juifs (CARJ, Hulpcomité voor Joodse Vluchtelingen). In de jaren 1939 en 1940 is Gottschalk voorzitter van de Hebrew Immigrant Aid Society (HIAS), een in 1927 opgerichte internationale, Joodse hulporganisatie voor immigranten.
Het CARJ sticht na de Kristallnacht van 1938 een eigen Comité d‘Assistance aux Enfants Juifs Réfugiés (CAEJR, Hulpcomité voor Joodse Vluchtelingenkinderen). Die vereniging zorgt er samen met het Antwerpse comité Voor het Joodsche Kind van Duitschland voor dat ongeveer 1.000 Joodse kinderen uit Duitsland en Oostenrijk in de jaren 1938 en 1939 naar België kunnen reizen.
Na de inval van de Duitsers in België vlucht Max Gottschalk in 1940 naar Amerika. In New York geeft hij les aan de New School for Social Research. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog keert Max Gottschalk terug naar België. Van 1956 tot 1962 is hij voorzitter van de Joodse Gemeenschap in België. In 1959 neemt hij het initiatief voor de oprichting van het Martin-Buber-Institut aan de Université Libre de Bruxelles (ULB). Hij sterft in 1976 in Ohain, Waals-Brabant. AP