De aankomst in het station Herbesthal, de eerste halte op Belgisch grondgebied, ligt tot op heden nog vers in het geheugen van sommige transportkinderen. Na jaren van uitsluiting en geweld betekent het overschrijden van de grens en de aankomst in het vrije België de langverhoopte redding.
Herbesthal
In januari 1939, na de eerste kindertransporten, zorgt een incident voor nationale ophef: 36 onbegeleide, Joodse kinderen die een treinticket, maar geen geldig inreisvisum bij zich hebben, krijgen in het station van Herbesthal eten en drinken aangeboden, maar worden nadien weer naar het Duitse Rijk teruggestuurd.
Er kwam een volledig konvooi met kinderen tussen 12 en 14 jaar in Herbesthal aan en de kinderen leken zo gelukkig, alsof ze arriveerden in het beloofde land. Ze kregen in de mate van het mogelijke eten aan het stationsbuffet. Ze dronken hoofdzakelijk en aten weinig, hoewel ze de dag voordien niets hadden gekregen. De meesten van hen wisten niet wat er met hun ouders was gebeurd. Daarna moest hen de harde realiteit worden verteld. Ze zouden naar Duitsland teruggestuurd worden.
La Libre Belgique, 7 januari 1939
Onder publieke druk laat de Belgische regering uiteindelijk tot juli 1939 transporten voor in totaal 750 kinderen toe.
In Herbesthal is er tot 2019 niets dat herinnert aan de dramatische gebeurtenissen. Naar aanleiding van de International Holocaust Remembrance Day op 27 januari 2019 maakt de gemeente Lontzen werk van een initiatief van het educatie- en herdenkingscentrum Jawne: er wordt een standbeeld ter nagedachtenis aan de kindertransporten geplaatst – zoals dit al het geval is aan de stations van Londen, Berlijn, Hoek van Holland en Gdansk. In aanwezigheid van Henri Roanne-Rosenblatt, die op 7 maart 1939 met het kindertransport Herbesthal bereikte, en Marcel Frydman, de voormalige voorzitter van vzw Het Ondergedoken Kind, wordt het standbeeld van kunstenaar Sebastian Schmidt uit Aken onthuld. Op die manier worden voor het eerst in België de dramatische levensverhalen van de gevluchte kinderen en de buitengewone behulpzaamheid van de Belgische bevolking in het openbaar herdacht.