In haar functie als vicevoorzitster van het Antwerpse comité Voor het Joodsche Kind van Duitschland bewerkstelligt Jenny Fink de emigratie van talrijke Joodse kinderen uit Duitsland naar België.
Jenny Fink, geboren in 1886 in Biebrich bij Wiesbaden, is de dochter van koopman Moritz (Moses) Sender en zijn vrouw Marie (geboren Dreifuß). Met haar broer Benno en zussen Tony en Rachel groeit ze thuis religieus op. Haar zus Tony Sender, het latere parlementslid in de Rijksdag, vertelt in 1939 in haar memoires dat de kinderen van het gezin Sender “absolute gehoorzaamheid en strenge discipline” aan de dag moesten leggen.
Jenny Sender trouwt in 1913 in Londen met David Fink uit Hamburg, die in Groot-Brittannië leeft als diamanthandelaar. Het echtpaar woont eerst in Londen en krijgt twee dochters en een zoon. In 1920 verhuist David Fink om professionele redenen naar België. Het gezin trekt naar Antwerpen.
Daar zet Jenny Fink zich vrijwillig in bij De Centrale, de overkoepelende vereniging van Joodse welzijnsorganisaties in Antwerpen. Haar takenpakket bestaat bijvoorbeeld uit de organisatie van vakantiekampen voor kinderen uit arme gezinnen.
In november 1938 ontstaat in Antwerpen binnen De Centrale de organisatie Voor het Joodsche Kind van Duitschland, die geleid wordt door David Siwa met Jenny Fink als vicevoorzitster. Het comité neemt samen met het Comité d’Assistance aux Enfants Juifs Réfugiés (CAEJR, Hulpcomité voor Joodse Vluchtelingenkinderen) in Brussel de taak op zich om de kindertransporten uit Duitsland te faciliteren. Tot de Antwerpse stichters behoren ook de opvoedster Rosi Rothschild en juriste Dr. Anne Rosenzweig uit Duitsland.
De verantwoordelijke voor de openbare veiligheid heeft mevrouw Sender, Jenny, echtgenote van Fink, David, geboren in Biebrich op 28 augustus 1886, gemachtigd samen met een groep van zestien kinderen naar België te reizen, wiens naam op de lijsten staan die aan dit schrijven toegevoegd zijn. De verstrekte machtiging dient als doorlaatbewijs en stelt de genoemde kinderen vrij van de verplichting om voor hun komst naar België een visum te halen bij het consulaat.
Brussel, 24 november 1938: Jenny Fink krijgt de bevoegdheid de kinderen van het eerste transport naar België te begeleiden. © Belgisch Staatsarchief
De intense briefwisseling van Jenny Fink met verschillende instellingen en organisaties toont haar veelzijdige engagement voor de kindertransporten. Zo zet ze zich ook in voor de doorreis van kinderen naar andere opvanglanden, bijvoorbeeld Palestina of Groot-Brittannië.
... we brachten een groot aantal kinderen naar België die niet door hun eigen families werd aangemeld. Daarnaast hebben we een lijst met kinderen voor wie de familie een transport aangevraagd had. Die families garanderen dat de kinderen nooit in een instelling in België verzorgd moeten worden. Wij vragen u ons toe te staan met een laatste transport de in de volgende lijst opgesomde kinderen mee te brengen. Wij zijn u zeer dankbaar als u zou toezeggen, en verzoeken u met onze dank bij voorbaat en verblijvend met de grootste hoogachting, akkoord te gaan.
Antwerpen, 12 mei 1939: Na het laatste kindertransport op 18 april 1939 naar Antwerpen zet Jenny Fink zich bij het ministerie van Justitie in voor de verderzetting van de kindertransporten. © Belgisch Staatsarchief
Als vicevoorzitster werkt ze nauw samen met Isidor Lipschutz, een belangrijke geldschieter uit Antwerpen. De diamanthandelaar stelt eind 1938 zijn voormalige fabrieksgebouw in de Markgravelei 45 ter beschikking aan het comité als eerste verblijf voor de uit Duitsland arriverende kinderen en jongeren.
Nog in december 1941 kan het gezin Fink, waarin iedereen de Britse nationaliteit bezit, België verlaten. Later leven ze in New York. Jenny Fink overlijdt in 1984. AP