Overleven in Zuid-Frankrijk

Vanaf mei 1940 verblijven ongeveer 100 kinderen uit de Brusselse tehuizen Général Bernheim en Herbert Speyer onder de vleugels van hun begeleiders in een bouwvallige boerderij nabij Seyre. Met de winter van 1940-1941 in het achterhoofd is het voor de organisatoren duidelijk dat nieuwe accommodatie uiterst noodzakelijk is.

Vanaf oktober 1940 vallen de kinderen die naar Zuid-Frankrijk zijn gevlucht onder de hoede van de Schweizerische Arbeitsgemeinschaft für kriegsgeschädigte Kinder (SAKK, Zwitserse Werkgroep voor Oorlogskinderen). De SAKK heeft een centrale vestiging in Toulouse, waar Maurice Dubois de leiding heeft. Aan het begin van 1942 verenigt de SAKK zich met het Zwitserse Rode Kruis in de afdeling Kinderbijstand.

Begin 1941 vindt Maurice Dubois in zijn zoektocht naar een nieuwe verblijfplaats een leegstaand kasteel dat hem geschikt lijkt: het Kasteel van La Hille. In mei 1941 komt de Zwitserse kinderverpleegster Rösli Naef in Seyre aan en wordt directrice van La Hille. De verhuis van de kinderen naar La Hille vindt een maand later plaats. Ook daar is er net zoals in Seyre een strikt dagverloop. De kinderen worden onderwezen, ze maken huiswerk en doen klusjes. Daarbovenop komt het veldwerk op de omliggende boerderijen, want een deel van hun voedsel wordt zelf geproduceerd. Tot juli 1942 kunnen 20 kinderen uit La Hille met behulp van de quakers naar Amerika reizen.

In de vroege ochtend van 26 augustus 1942 slaat het noodlot toe: agenten controleren het kasteel en geven Rösli Naef een lijst met de namen van ongeveer 40 jongeren ouder dan 16 jaar en drie Joodse medewerkers. De Vichyregering heeft de deportatie van 10.000 Joden uit het onbezette Zuiden van Frankrijk goedgekeurd. De agenten pakken alle personen op en brengen hen naar het interneringskamp Le Vernet. Na moeizame onderhandelingen van Maurice Dubois met de Vichyregering kunnen de jongeren echter Le Vernet verlaten en naar La Hille terugkeren.

Na dit voorval beginnen de eigen reddingsacties van Rösli Naef en andere La Hille-bedienden van het Zwitserse Rode Kruis. Vele kinderen en jongeren bereiken dankzij hun hulp Zwitserland of Spanje. Sommige vluchtpogingen lopen echter mis. In 1943 worden aan de Zwitserse grens verschillende jongeren onderschept en naar La Hille teruggestuurd. Agenten pakken ze op en brengen hen naar het „doorreiskamp“ Drancy. Van daaruit worden ze naar Auschwitz en Majdanek gedeporteerd.

De overlevende kinderen van La Hille blijven na de oorlog met elkaar in contact en zien elkaar regelmatig. In 2000 zijn velen van hen aanwezig tijdens de inhuldiging van het herdenkingsmonument nabij het Kasteel van La Hille. AP