Villa Jeanette in Heide

Villa Jeannette is een orthodox-joods kindertehuis in het dorpje Heide bij Antwerpen. Er worden uitsluitend religieus levende, Joodse jongens opgevangen die dankzij het Comité d‘Assistance aux Enfants Juifs Réfugiés (CAEJR, Hulpcomité voor Joodse Vluchtelingenkinderen) of het Antwerpse comité Voor het Joodsche Kind van Duitschland in België zijn terechtgekomen. Het huis bestaat van juni 1939 tot aan zijn stopzetting in mei 1940. Het wordt door het CAEJR gefinancierd en door Jonas Tiefenbrunner geleid.

Heide is een populaire vakantiebestemming voor Joodse gezinnen uit Antwerpen die vaak actief zijn in de diamantsector. Ze bouwen er vakantiehuizen of verblijven in een van de talrijke, door Joden uitgebate pensions. Sinds 1929 is er in Heide een jesjiva (religieuze school), een synagoge wordt in datzelfde jaar gebouwd.

Bij de opening van Villa Jeannette begin juni 1939 kan het CAEJR 21 jongens in het huis in de Thillostraat verwelkomen. Zeven kinderen zijn met het kindertransport uit het weeshuis van Dinslaken naar België gekomen.

Het dagprogramma start om 7:00 uur ’s ochtends met gymnastiek. In het leerplan van het tehuis zijn vakken als Frans, Engels, wiskunde, geschiedenis, aardrijkskunde en Hebreeuws opgenomen. De jongens voeren daarnaast ook klusjes uit in het huis, de tuin en stallen. De namiddag is voorbehouden voor huiswerk.

Jonas Tiefenbrunner zorgt voor alle belangen van de kinderen, van de aankoop van een bril tot communicatie met de autoriteiten. Hij vraagt het CAEJR vaak om kledij en beddengoed. Eind juli 1939 schenkt het hulpcomité de jongens een schaakspel en een voetbal, waarop meteen een dankbericht volgt.

In zijn jaarrapport van 1939 schrijft Jonas Tiefenbrunner over de goede sfeer onder de jongens. Hij vermeldt ook dat ze nog steeds contact houden met de jongens die het huis verlaten hebben en benadrukt de goede verstandhouding met de dorpsgenoten.

In Heide leidt men een eenvoudig, eerder primitief leven midden op het platteland. ´s Ochtends staat men om 7:00 uur op, ontbijt voorzien om 8:30 uur (ochtendgymnastiek in de tuin bij mooi weer). De meerderheid van de jongens voert zijn taken uit, zijnde veld-, tuin- en stalwerk. De andere leerlingen volgen lessen die bestaan uit Frans, Engels en rekenen. Elk van deze vakken wordt vijf keer per week gegeven. Daarnaast is er geschiedenis, een beetje aardrijkskunde en Hebreeuws. Een deel van de namiddag is voorzien voor huiswerk of privé-activiteiten van de kinderen. De jongste kinderen gaan om 21:00 uur slapen; de oudere kinderen doen dat een half uur later.

Heide, januari 1940, Fragment uit het jaarrapport 1939 van Jonas Tiefenbrunner.

Doorgaans verblijven 18 jongens in het huis, het CAEJR krijgt regelmatig informatie over hun welzijn. Hun eerste Chanoeka in België vieren ze in een zaaltje van een pension in Heide, waar ze ook een theaterstuk opvoeren over hun nieuwe thuis.

Na de inval van het Duitse leger op 10 mei 1940 wordt Jonas Tiefenbrunner gevangengenomen als „ongewenste vreemdeling“, de jongens vluchten naar kennissen of familie. De Belgische autoriteiten laten de staatloze opvoeder na een aantal dagen echter weer vrij. Hij begint zo snel mogelijk de jongens op te sporen. Hij slaagt er al eind juni 1940 in de meeste bewoners van Villa Jeannette onder te brengen in een voormalig Joods rusthuis in de Generaal Drubbelstraat 64 in Antwerpen. AP