Het uit Polen afkomstige echtpaar Samuel en Luba (geboren Majorczyk) Krzepicki wonen sinds 1920 in Hamborn. Hier wordt Hilde, hun enig kind, op 21 mei 1928 geboren. Samuel Krzepicki is arbeider, later onderhoudt hij zijn kleine gezin als leurhandelaar.
Hilde Krzepicki is negen jaar als ze op 22 februari 1939 als kind nr. 422 met het kindertransport in Brussel aankomt. Daar woont familie van haar moeder, de kleermaker Majorczyk. Hij is bereid de kleine Hilde in zijn gezin op te vangen en voor haar te zorgen.
In september 1939 ontvangt het Brusselse Comité d‘Assistance aux Enfants Juifs Réfugiés (CAEJR, Hulpcomité voor Joodse Vluchtelingenkinderen) een brief van Majorczyk. Daarin vertelt hij dat hij ziek is en geopereerd moet worden. Hij is nu niet meer in staat om alleen voor zijn nichtje te zorgen. Het CAEJR antwoordt dat ze geen extra middelen hebben om het gezin te helpen. Hilde Krzepicki onderneemt een buitengewone actie. Ze schrijft het comité een brief, waarin ze uitlegt dat zij en de familie Majorczyk honger moeten lijden.
De brief maakt iets los: het gezin ontvangt vanaf nu van het CAEJR een maandelijkse financiële toelage. Wanneer Hildes ouders in Hamburg weet krijgen van de precaire situatie van het gezin Majorczyk en hun dochter, schakelen ze het Bureau voor Jeugdwelzijn van de Joodse Gemeenschap Duisburg in. Dat richt zich op zijn beurt tot het CAEJR en vraagt informatie. Het comité verzekert de Joodse Gemeenschap Duisburg dat ze zich bekommeren om het welzijn van het kind en een uitkering hebben toegekend. Hilde is naar verluidt gezond, goed opgevangen bij haar familie en voelt zich goed.
Als direct antwoord op uw gewaardeerd schrijven van 7 december 1939 delen wij u mee dat wij al eerder voor het welzijn van de kleine Hilde hebben gezorgd en dat het nodige in gang gezet is, zodat het meisje, in zoverre het in onze handen ligt, niets overkomt. Het meisje stelt het wel, is gezond en goed opgevangen bij het gezin, zodat zowel u als de ouders zich geen zorgen hoeven te maken.
Het Comité
Brussel, 14 december 1939: Brief van het Hulpcomité voor Joodse Vluchtelingenkinderen (CAEJR) aan het Bureau voor Welzijn van de Joodse Gemeenschap Duisburg. © Martin-Buber-Institut, ULB Brussel
De financiële situatie van de familie Majorczyk blijft echter zorgwekkend. Het comité zorgt daarom voor een uitweg uit de situatie en probeert Hilde naar Palestina te laten emigreren. Hildes ouders weigeren dit echter in een schrijven van 6 mei 1940, aangezien ze nog steeds hopen om zelf met hun dochter naar Amerika te kunnen emigreren. Vier dagen later vallen de Duitse troepen België binnen. In december 1940 keert Hilde terug naar haar ouders in Hamborn.
Samuel, Luba en Hilde Krzepicki worden op 11 december 1941 met een verzameltransport uit het regeringsdistrict Düsseldorf naar het getto van Riga gedeporteerd.
Terwijl Samuel Krzepicki vermoedelijk al in het getto overlijdt, bereiken Luba en Hilde Krzepicki na de „evacuatie“ van het getto door de SS op 8 augustus 1944 het concentratiekamp Stutthof bij Danzig (Gdansk). Daar verdwijnt elk spoor. AP
Portret van Hilde Krzepicki: © Belgisch Rijksarchief