Adi Bader

Adolf Bernhard Bader, Adi genoemd, wordt in februari 1931 in Keulen geboren als derde zoon van Friedrich en Sara (geboren Sibirski) Bader. Zijn moeder sterft al enkele weken na zijn geboorte, waardoor hij zijn eerste levensjaren in het Israëlitische kindertehuis in de Lützowstraße doorbrengt. In 1934 trouwt zijn vader met Regine Sibirski, de zus van zijn overleden echtgenote. Adi keert terug naar het ouderlijke huis, waar hij met zijn oudere broers Martin en Georg en zijn halfbroer Kurt samenwoont.

Na de machtsovername van de nationaalsocialisten verslechteren de levensomstandigheden van het gezin Bader. De ouders proberen samen naar Amerika te emigreren. Wanneer hun pogingen de mist ingaan, besluiten ze hun oudste zonen te laten vluchten. Martin kan in december 1939 met de Jeugd-alijah naar Palestina emigreren. Enkele maanden daarvoor al werden Adi en Georg op een vrachtschip van Duisburg naar Antwerpen gesmokkeld.

In België komt Adi door contacten van zijn nonkel Max in een pleeggezin terecht. Maria Lommers (1903-1961) neemt de jongen, wiens identiteit ze geheimhoudt, in haar gezin op. Vandaag denkt Adi nog steeds met een warm thuisgevoel terug aan zijn jeugdjaren daar. Bijna drie jaar woont hij in Kapellen en gaat hij naar de Gemeentelijke Lagere Jongensschool.

Als die deutschen Besatzungsbehörden Kenntnis von Adis jüdischer Identität erlangen, gibt Maria Lommers ihren Pflegesohn schweren Herzens in die Obhut der Centraal Beheer voor Joodsche Weldadigheid en Maatschappelijk Hulpbetoon in Antwerpen.

Aan het begin van mijn tijd bij Moe was er een regeling getroffen over haar betaling. Er volgden echter geen verdere betalingen. Toch hield ze me bij haar. […] Op een dag brak een van mijn klompen in tweeën. Moe piekerde over hoe ze nieuwe schoenen zou kunnen betalen. […] Ik schreef mijn vader een brief met de vraag om geld. Het antwoord dat ik kreeg was zijn laatste teken van leven. Hij zei dat hij op dat moment niet kon helpen, omdat hij in de gevangenis in Müngersdorf bij Keulen zat. Pas na de oorlog kwam ik te weten dat het om het deportatiekamp in Keulen ging. De kaart die mijn vader toen schreef heb ik helaas niet meer.

(Fragment uit “Kölsche Jonge”)

Vanaf september 1942 woont Adi samen met 30 jongens en meisjes uit Duitsland en Oostenrijk in een kindertehuis in Schaarbeek. Het Orphelinat Israelite de Bruxelles (Israëlitisch Weeshuis Brussel) staat onder toezicht van Jonas Tiefenbrunner en zijn echtgenote Ruth, geboren Feldheim, die in 1938 uit Duitsland zijn gevlucht. Na een half jaar verhuist Adi naar het kindertehuis in Wezembeek-Oppem onder leiding van Marie Albert. De twee tehuizen worden door de dwangorganisatie Vereeniging van Joden in België/Association des Juifs en Belgique (AJB) beheerd. Zo dreigt er permanent arrestatie en deportatie voor de kinderen.

Adi Bader wordt Jean Brinant

Wanneer midden 1944 bekend raakt dat er een razzia in het kindertehuis aankomt, zorgen de verzetsbeweging het _Joodsch Verdedigingscomiteit (JVC)_en het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn (NWK) ervoor dat de kinderen kunnen onderduiken. De jongens en meisjes krijgen een schuilnaam die ze vanbuiten moeten leren. Zo wordt Adi Bader Jean Brinant. Samen met 21 kinderen wordt hij verborgen in het Gesticht van Onze-Lieve-Vrouw van Betlehem in Herent. Op 4 september 1944 maakt hij daar de bevrijding mee.

Adi heeft zijn ouders en twee van zijn broers nooit meer teruggezien. Zijn vader, stiefmoeder en zijn kleine halfbroer Kurt werden naar Maly Trostenets bij Minsk gedeporteerd en gedood. Zijn broer Georg werd op 21 september 1942 tijdens een razzia in een tehuis in Antwerpen gearresteerd. Vijf dagen later werd hij met het 11e konvooi van Mechelen naar Auschwitz gedeporteerd en vermoord.

Adi Bader keert na de oorlog terug naar het kindertehuis in Wezembeek, waar langzaamaan bijna alle ondergedoken kinderen opnieuw toestromen. Terwijl sommige kinderen door familieleden worden opgehaald, blijft Adi lang in het ongewisse over het lot van zijn familie. Eind 1945 krijgt hij eindelijk een eerste teken van leven: een telegram uit Tel Aviv van zijn oudste broer Martin. Enkele weken later volgt Adi zijn broer naar Palestina. Hij studeert er af als kleinsmid en vervult zijn legerdienst na de stichting van de staat Israël.

In 1956 keert Adi Bader terug naar Europa om zijn pleegmoeder in België, zijn tante Antoinette Bader in Zwitserland en zijn geboortestad Keulen te bezoeken. Daar leert hij zijn toekomstige vrouw Edith kennen, met wie hij in 1959 een gezin sticht. Adi Bader is in november 2019 naar de opening van de tentoonstelling gekomen. Hij sterft op 19 februari 2023. AS

Portret van Adi Bader © Ruth Bader