Familie Speyer-Dressou: redding en vlucht

… en zo begon een avontuur, waarvan we ons het verloop op voorhand niet in het minst hadden kunnen voorstellen…

De gebeurtenissen in nationaalsocialistisch Duitsland zorgen voor toenemende onrust bij de Joodse familie Speyer-Dressou in het Belgische Kortrijk. Na de Kristallnacht van 1938 zetten Rachel Speyer en haar schoonbroer Mauritz Dressou zich in voor de opvang van Joodse kinderen uit het Duitse Rijk. Met succes: al op 13 januari 1939 verwelkomen ze Dora Steuer en haar jongere zus Betty. In maart voegt de elfjarige Erika Glaser uit Wenen zich bij hen. Door haar onbaatzuchtige hulp draagt de Nederlands-Belgische familie bij tot de redding van de drie meisjes. De families hebben vandaag nog steeds nauw contact met elkaar.

Rachel Speyer baat in Kortrijk een fabriek voor meubelstoffen uit. De daadkrachtige vrouw kan aan het begin van de jaren 30 haar drie jongere zussen Clémence, Marie-Henriette en Berthe alsook diens echtgenoot Mauritz Dressou ervan overtuigen Amsterdam te verlaten om de uitbouw van haar bedrijf mee te ondersteunen. De drie vrijgezellen wonen samen in een groot huis in het centrum van de stad. Berthe en Mauritz Dressou wonen met de kinderen Anne en Leonard in een huis vlakbij.

Door de Duitse invasie in België vallen hun toekomstplannen in duigen. Op 13 mei 1940 stapt de zevenkoppige familie Speyer-Dressou met de pleegkinderen Dora en Betty Steuer op een overvolle trein om samen naar het onbezette Zuid-Frankrijk te vluchten. Na een drie dagen durende tocht bereiken ze gezond en wel maar zonder hun bagage Nice. Alle andere vluchtpogingen mislukken, waarop ze in maart 1941 beslissen naar de Nederlandse kolonie Nederlands-Indië (vandaag Indonesië) te emigreren. Eerder hebben ze contact gezocht met de Amerikaanse Ottilie Gobel-Moore, die Dora en Betty Steuer op haar landgoed in Villefranche-sur-Mer opvangt en een vluchtpoging naar Amerika voor hen regelt.

De komende oorlogsjaren zijn voor de familie Speyer-Dressou een dramatische odyssee. De veelbelovende pogingen om in Batavia en Bandung de draad van het leven weer op te pikken, wordt door de Japanse bezetting van Nederlands-Indië onmogelijk gemaakt. Gevangenschap wordt hun deel. Als bij wonder overleeft iedereen die periode tot aan de repatriëring naar Nederland in de lente van 1946. In de zomer van dat jaar keren ze terug naar Kortrijk en leven er samen onder een dak.

De in 1931 geboren Anne Dressou-Manneback heeft de dramatische gebeurtenissen in haar autobiografie “Verslag over mijn oorlogsjaren (1940-1946)”/„Bericht über meine Kriegsjahre (1940 – 1946)” in het jaar 1994 indrukwekkend neergeschreven. AS