Veel Joden in België verzetten zich individueel tegen vervolging, deportatie en moord. Daarvoor passen ze in het bijzonder volgende strategieën toe:
- Door de verplichte „Jodenster“ niet te dragen maken ze het de Duitsers lastig om hun slachtoffers gewoon op straat aan te houden.
- Velen geven geen gehoor aan het tewerkstellingsbevel in Mechelen voor deportatie. Slechts 4.203 van de 12.000 mensen die een dergelijk bevel ontvangen, melden zich in Mechelen.
- Wanneer de razzia´s in de zomer van 1942 hun hoogtepunt bereiken, verlaten zo veel vervolgden hun eigen woning dat het militair bestuur dit als massafenomeen meldt aan Berlijn.
- Een huwelijk met niet-Joodse Belgen biedt voorlopige bescherming.
- Valse papieren voorleggen tijdens een razzia kan de overlevingskansen vergroten.
- Sommigen vluchten via Frankrijk naar Zwitserland of Spanje.
Geschiedkundige Insa Meinen heeft de levensweg van de gedeporteerden van het 21e konvooi op 31 juli 1943 onderzocht. De meerderheid heeft voor zijn arrestatie maandenlang actief getracht aan de Duitsers te ontkomen.
Het JVC en zijn netwerk
Het georganiseerde verzet tegen de deportatie van de Joodse bevolking komt uit de hoek van het Joodsch Verdedigingscomiteit (JVC). Het ontstaat op initiatief van het echtpaar Hertz en Yvonne Jospa en wordt in september 1942 in het Onafhankelijkheidsfront (OF) opgenomen. Joodse en niet-Joodse activisten helpen tot aan het einde van de oorlog bijna 5.000 ondergedoken Joodse volwassenen op financieel vlak en verbergen ongeveer 3.500 Joodse kinderen. Het American Jewish Joint Distribution Committee financiert de acties.
De leden van het JVC spreken gezinnen doelbewust aan om ze ervan te overtuigen de kinderen aan hen toe te vertrouwen. Zij bouwen een netwerk uit van instellingen en gastgezinnen die de kinderen opvangen. Daarnaast helpen dokters in ziekenhuizen en sanatoria. Ook opvoeders in kindertehuizen, priesters, monniken en zusters vangen bedreigde Joodse kinderen in hun instellingen en kloosters op.
Burgemeesters en gemeenteraadsleden uit meer dan 200 Belgische gemeenten steunen de reddingsacties door het JVC te voorzien van echte identiteitsdocumenten met vervalste namen en rantsoeneringskaarten voor de ondergedoken mensen.
Ook het militante Joods verzet strijdt tegen de deportatie. Joodse partizanen bestormen in Brussel een kantoor van de Vereeniging van Joden in België (VJB) een dag voor de VJB een opgesteld „Jodenregister“ aan de Gestapo moet overhandigen. Ze slagen erin een deel van het register te verbranden. ÄW